Oost-Europa-Rally (OER)

Oost Europa Rally : vijf jaar OER (2011)

Oer 2011 gereden op mijn eigen KTM LC4 Adventure (net als in 2007 en 2008)

 

Vervoer op het Roemeense platteland en in de Bergen.

In het rallywereldje neemt de OER een bijzondere plaats in. In eerste instantie bedoeld voor alle soorten motoren, van dikke allroad tot lichte enduro maar inmiddels toch iets meer uitgegroeid tot een rally voor enduromotoren en sportieve quads. Wat niet wegneemt dat, wanneer je sportief bent ingesteld en goed met een ‘dikke’ motor overweg kunt, deelname met een LC8 Adventure of iets vergelijkbaars ook nog best kan. Hoe zwaar de OER is hangt af van de weersomstandigheden en die wisselden de afgelopen jaren nogal eens. Van extreem warm tot extreem nat. Maar alles had zo zijn charme.

Voor rallyrijders die puur competitief zijn ingesteld zal de OER niet de eerste keuze zijn. Wel voor rallyrijders die het roadbookrijden en het navigeren onder de knie willen krijgen, die willen genieten van de omgeving waarin ze rijden en die niet bang zijn voor avontuur op een modderpad. De OER is geen Afrika-rally met elke dag zand en stenen. De OER biedt acht dagen lang afwisseling en daarop was de vijfde editie, die nu niet eens in juni maar in mei werd verreden, geen uitzondering. Grasland (wat bij een beetje ochtenddauw al glad kan zijn), lange zandbanen (vooral in Hongarije), ruige bergpassen (Roemenie), door houtwagens kapot gereden modderpaden, stenenpistes, gravelpaden en zelfs kruipdoor sluipdoor paadjes. Bijna 2500 km off road avontuur in acht dagen kregen de deelnemers in de editie van 2011 voor de kiezen. Uiteraard zitten daar ook stukken asfalt tussen. Je moet immers van A naar B en dat red je niet op één dag als alles off road is. Maar zo gek als in de Dakar (waar 300 km asfalt op een dag heel normaal is) is het in de OER nooit. En je tentje mag je thuis laten. Het bivak is telkens bij een hotel. Soms midden in de stad, soms in the middle of nowhere maar altijd een eigen bed en goed eten.

Hoe kom ik hier nu weg vraagt een gestrandde deelnemer zich af.

De OER begon dit jaar weer nabij het Poolse Zakopane aan de voet van het Tatra gebergte. Via de crossbaan in het Slowaakse Levoca eindigde de route in de wijnvelden rond het Hongaarse Tokaj. Daar werden de OER mannen (en OERvrouw) zoals altijd weer gastvrij ontvangen met een heerlijk glas Tokaj wijn. Meteen vanaf de eerste dag zat de stemming er goed in. Bij een quad moest de koppeling worden vervangen maar daarvoor reisde er een monteur mee met verstand van zaken. De tweede dag voerde in het begin over lange Hongaarse zandpaden door eindeloze vlakten. De proef was het zelfde als vorig jaar maar nu wat stoffiger en heel veel zand. De finish was dicht bij de Roemeense grens. Bij die grens moest even het paspoort worden getoond en werd ons door de beambten veel plezier gewenst op Roemeense bodem. In het eerste Roemeense stadje konden Lei’s uit de muur worden gehaald. Dit land loopt weliswaar op veel gebieden nog 50 jaar achter maar moderne banken (en tankstations) zijn er voldoende. Via een mooie route, met het bekende toetje aan het einde van de dag, arriveerden de deelnemers in Gilau. Met een mooi terras aan een stuwmeer, prima restaurant en je eigen motor bij de voordeur van je hotelkamer was het daar relaxed toeven.

De deelnemers in 2011.

De volgende dag begon de proef bij het hotel en eindigde z’n 80 km verderop aan de andere kant van een bergrug. ‘Adembenemend’ was de meestgehoorde reactie van de deelnemers die bij de finish kwamen. Dit stukje route was inderdaad een van de hoogtepunten van de OER. Voor monteur Jos, die de finishpost zou bemannen, verliep het minder goed. Hij kwam te vallen en had de rest van de week last van kneuzingen en een beschadigd imago. De route naar Targu Mures, een van de grotere steden in Roemenie, liep verder via uitgestrekte velden en lastige navigeerpaadjes. De mensen die laat binnen kwamen kregen aan het einde van de dag nog een fikse onweersbui op hun dak. Dat betekende glibberen maar het voordeel was wel dat er de volgende dag weinig stof meer te bekennen was.
Op de vierde dag stond net als vorig jaar de langste proef op het programma. Oneindige gravelpaden in het begin en een zeer lastig navigatiegedeelte aan het einde. Er is een jaar geweest dat een van de deelnemers op deze bewuste proef verloren reed en oog in oog kwam te staan met een beer met twee jongen. Zover kwam het nu niet al kostte de proef wel menig zweetdruppel. Na die proef moest er nog een bergrug worden bedwongen. Omdat er op een aantal plaatsen nog sneeuw lag werd het een zware klus voor de quads die zich vastreden. Gelukkig waren ze met genoeg man om hun vierwielers los te kunnen trekken. Het einde van de lange dag was vlak bij de Oekraïense grens in ‘vakantieoord’ Pionzana. Verscholen tussen de bergen ligt daar een soort vakantiedorp waar de rally al een aantal jaren te gast is. Roemeenser kan bijna niet. Midden in het park lag een bijzonder zwembad. ‘Lag’ want het was een maand eerder afgebrand. Dat er nog niet veel meer is afgebrand mag een wonder heten. Alles is er van hout en met de aanleg van elektra en verwarming zien ze het daar niet zo nauw.

En hier rij je gewoon tussendoor.

In Pionzana is er een rustdag. Dat wil zeggen dat er niet wordt verkast maar er wordt wel gereden. Er zijn extra punten te verdienen bij het beklimmen (met motor) van een berg. Dat was dit keer lastig omdat een plaatselijke onweersbui de skihelling spekglad had gemaakt. Vier deelnemers kwamen boven en twee van hen bereikten met de motor de OER vlag waar Gerjan en Pietje hen op stonden te wachten. Voor Pietje, chauffeur van de volgtruck, werd het een zware dag. Hij kreeg last van oververmoeidheid. Dinand, de meereizende medisch specialist, constateerde hartproblemen. De organisatie heeft veel medische middelen bij zich waaronder een apparaat om hartfilmpjes te maken. Door de goede zorgen van de organisatie belandde Pietje in een ziekenhuis op de hartbewaking waar hij na twee dagen gelukkig weer werd ontslagen en met de rest van de groep verder kon reizen. Pietje moest zich wel rustig houden (en da’s heel moeilijk voor de altijd vrolijke Brabander).

Chauffeur Piet van Mierlo aan de hartbewaking. Gelukkig weinig aan de hand.

Dag zes was alweer de laatste dag in Roemenie. Een stevige route, die de deelnemers onderweg kennis liet maken met ‘het feest van de geit’ en heel veel modder op de routes waar vrachtauto’s met hout rijden. Off road op z’n best. De proef was dit keer aan het einde van de dag. Voorgaande jaren zorgde deze proef meerdere keren voor zoekgeraakte deelnemers en dat was dit jaar niet anders. De problemen speelden zich steeds af in het bosgedeelte, ondertussen omgedoopt tot ‘het enge bos’. Dit jaar was het zelfs zo dat slechts twee deelnemers op reglementaire wijze de finish haalden. Alle anderen waren te laat bij de start of te laat bij de finish, raakten het spoor bijster of schoven in een ravijn. Dat laatste was leuk voor het Belgische quad drietal wat erop werd gestuurd om de gestrande motor uit het ravijn te lieren. Maar voor ze op pad konden moest eerst hun eigen quad worden gerepareerd. Dat alles gebeurde met een brede grijns op het gezicht van de behulpzame Belgen. Het was al lang donker toen iedereen heelhuids bij het finishhotel in Satu Mare arriveerde.
Op dag zeven leek het even helemaal fout te lopen. Quadrijder Frans werd twee kilometer na vertrek door een roekeloze Roemeen van zijn quad gereden. Politie en ziekenauto waren snel ter plaatse. Gelukkig vielen de verwondingen mee maar de quad was ter plekke niet te repareren. Omdat het ongeval gebeurde nadat de meeste andere deelnemers al waren vertrokken kwam het nieuws pas laat bij de anderen door. Maar eind goed, al goed. Frans was er ’s avonds weer gewoon bij. Vanwege het ongeval en het ophalen van Pietje uit het ziekenhuis was er geen proef. De nieuwe route dwars door Hongarije met veel zandpaden was de moeite waard. Een voor de organisatie nieuw hotel in Slowakije was het eindpunt van dag zeven. De laatste dag moesten er nog een paar waypoints worden aangedaan. De route was nieuw, heel afwisselend en eindigde aan de voet van het majestueuze Tatra gebergte. De prijsuitreiking vond plaats op een terras waar alle deelnemers op tijd arriveerden en waar het goed toeven was.
Aan het begin van de rally hoorde je iedereen zeggen dat ze niet voor het klassement gingen. Maar dat veranderde al na de eerste dag toen er een uitslag bekend werd gemaakt. Commentaar, meestal met een lach, was er altijd. Protest aantekenen kan alleen met een fles whisky als borg. De eerste fles moet nog komen! Aan het einde van de rally komen de prijzen toch wel terecht bij de personen die daar het meeste recht op hebben. Bij de roadbookrijders (dat is echt een kunst) won Gerbert Vruggink. Hij deed voor de tweede keer mee en raakte vorig jaar nog spoorloos in ‘het enge bos’. Vruggink was vanaf het begin erg fanatiek bezig. Hij was duidelijk de beste. Debutant Frank Teunissen won de eerste proef maar moest op de andere dagen zijn meerdere erkennen in Vruggink. Een andere debutant, Nico van Ravenstein, werd derde. Zijn commentaar: “Ik had niet gedacht dat de OER zo’n echte rally zou zijn. Wat een prachtige week”.

Bij de Tripy’s was August Habers de allersnelste. Hij deed vorig jaar al mee met een roadbook maar rijden met Tripy beviel hem beter. Toch raakte hij dit jaar hopeloos verloren in ‘het enge bos’. Slechts twee deelnemers (50 plussers) kwamen ongeschonden uit ‘het enge bos’: Jan Olthof en Pieter Visser. Zij werden tweede en derde in het Tripy klassement.
Volgend jaar weer een OER? Als het aan de organisatie ligt wel. Doel is om dan weer zo’n 30 deelnemers bij elkaar te krijgen. Zo’n groep is beheersbaar en gaat kameraadschappelijker met elkaar om dan een grotere groep. Organisator Gerjan Leppink: “Als de deelnemers genieten dan geniet ik ook. Het is voor mij een week keihard werken maar de bedankjes na afloop van de rally maken alles goed. Daar doe ik het voor en daar wil het voor blijven doen.”

 

Natte OER 2010

 

De grensovergang tussen Hongarije en Slowakije was veranxerd in een rivier. Op de motor moest je uitkijken niet over een karper te struikelen. De grens was officieel dicht maar overtuig daar een rallyrijder maar eens van!

 

De vierde Oost Europa Rally (OER) is een hele natte geworden. Zware overstromingen teisterden het gebied waar de rally de eerste week van juni doorheen trok. En het begin allemaal zo mooi. De ergste wateroverlast in het zuid-oosten van Polen was net achter de rug en bij aankomst in Zakopane was het volop zomer. Eindelijk een zonnige OER. En jawel, ook de eerste rijdag bleef het droog. Dat wil zeggen er viel geen regen maar net werd iedereen. Het was was dan wel op veel plaatsen gezakt, toch was het op plakken nog erg modderig en nat. Eerlijk gezegd wel een uitdaging want als het allemaal vanzelf gaat heb je ’s avonds geen sterke verhalen. Na de start in Polen was er een mooie crossproef en navigatieproef in Slowakije. De OER begon droog, al had Polen net een overstroming achter de rug. Daarna viel er erg veel regen, zoveel dat aan het einde van de rally in ene gebied zo groot als Nederland overstromingen waren. Dat maakte de OER 2010 tot een bijzonder gebeurtenis. Pas achteraf realiseerden de deelnemers zich pas goed door wat voorgebied ze waren gereden. Bruggen waren ingestort, wegen weggespoeld, dorpen ondergelopen etc. De natste OER ooit. Maar desondanks toch een overgetelijk evenement.

Terug in de (OER)tijd 2009

(artikel verschenen in Motoplus no 14 2009)

Wachten voor de start van een proef (OER 2009)

 

Waar ben ik? Rij ik nu al in Polen of is het nog Slowakije. Of toch Hongarije? Nee, Roemenië is het zeker niet. Die grens ben ik gisteren al gepasseerd. Het is modderig en ik heb mijn handen vol om de Yamaha Ténéré na acht dagen nog steeds overeind te houden. De mousse in de achterband is versleten maar bergop geeft dat juist weer extra grip. Acht dagen lang over begaanbare en onbegaanbare wegen door Oost-Europa betekend een reis terug in de tijd. Roemenië spant in dit opzicht de kroon. Mijn ‘harde schijf’ schiet te kort om alle indrukken op te slaan. Iedere dag is een nieuw avontuur. Welkom in de Oost-Europa Rally (OER).

Met een nieuwe Yamaha Tenere 660 zonder problemen naar de finish. Een sublieme motor voor dit soort werk.

 

Het is eind mei als voor de derde keer de Oost-Europa Rally van start gaat. Dit keer is het Poolse wintersportoord Zakopane nabij de Slowaakse grens het vertrekpunt. Een fraai hotel met schitterend uitzicht op de ruige toppen van het Tatra gebergte. Op de bergen ligt nog volop sneeuw. Mooi, nog niet beseffende dat we een dag later in de sneeuw aan de eerste rallydag zouden gaan beginnen. Na drie zomerse weken sloeg het weer finaal om en kreeg iedereen die van baggeren door de modder houdt zijn zin. Zelf ben ik meer een mooi weer rijder. Niet dat ik bang ben van modder, in tegendeel zelfs. Als je onderweg mooie foto’s wil maken zijn regen en modder niet mijn beste vrienden. Maar zoals in iedere rally, je moet de omstandigheden nemen zoals ze komen. Niet zeuren en gewoon rijden. Je doet het tenslotte voor de lol.
Na twee keer de OER met een KTM LC4 Adventure tot een goed einde te hebben gebracht deed zich dit jaar de mogelijkheid voor om het eens met een nieuwe Yamaha Ténéré te proberen. Yamaha dealer Van Sleeuwen Motoren uit Volkel stelde MotoPlus een nieuwe Ténéré ter beschikking met het doel ons er achter te laten komen dat een Ténéré zich niet alleen op het asfalt thuis voelt. De eerste kennismaking was niet zo’n beste. Te slappe vering, getrapte buddy en verkeerde banden maakte off road rijden niet direct tot een feest. Dat veranderde nadat de achterveer op de zwaarste stand was gezet, de veren van de voorvork werden vervangen door wat zwaardere exemplaren van Wilbers en de buddy wat was afgevlakt. Om lekke banden te voorkomen, en om op de stenen meer grip te hebben, werd de Ténéré voorzien van moussebanden. Achter was dat nog een probleem. De Ténéré heeft een 17” achterwiel waarvoor geen mousse beschikbaar is. Dat probleem werd opgelost door een stukje uit een 18” mousse te snijden. De bandenkeuze viel op IRC Volcanduro. Een band met grote noppen waarmee je in de modder uit de voeten kunt. Het verleden had me geleerd dat dat tijdens de OER erg belangrijk is. Met de IRC’s lukte dat prima en bovendien zijn de IRC’s zeer slijtvast. Een paar beschermkappen op het stuur, brede voetsteunen en stuurverhogers waren voldoende om de Ténéré rallyproof te maken.
De meeste tijd (en geld) om een motor klaar te maken voor deelname aan een rally gaat zitten in de navigatie apparatuur. Eén of twee tripmasters, elektrisch roadbook en GPS. Hiervoor moet een speciale behuizing worden gemaakt. Niet voor de Yamaha want de OER kan ook gereden worden met een Tripy, een apparaatje wat je een digitaal roadbook zou kunnen noemen. Dit bevestig je net als je GPS gewoon op het stuur. Een kind kan de was doen. Misschien minder spannend dan rijden met normaal roadbook maar wel zo ‘ontspannend’. Het apparaat wordt vooral veel gebruikt bij toermotoren maar blijkt ook zeer geschikt voor off road.
Na de witte start ging het gelukkig bergafwaarts. De sneeuw werd regen en de regen maakte plaats voor een waterig zonnetje. Tot ieders verbazing, en zeker tot de mijne, kon er een uur na de start op een droge crossbaan worden gecrosst. Ofschoon de OER niets met cross te maken heeft, en bedoeld is voor alle soorten enduro motoren, is er wel een crossproef die door iedereen gereden mag worden. Je ziet daar meteen het verschil tussen beginners en gevorderden. De een springt naar beneden bij een steile helling, de andere rijdt met knikkende knieën de diepte in. Of durft helemaal niet. Geeft niets. In de OER gaat het in eerste instantie niet om presteren maar om de lol. De lol van (off road) motorrijden, van nieuwe gebieden ontdekken en kameraadschap. De beginneling die open staat voor (rij) advies kan de snelle jongens vaak nog heel wat bijbrengen over hoe om te gaan met een GPS. Elke OER-dag zijn er proeven waar geen winst is te halen met hard rijden maar wel met goed navigeren.

Drie jaar geleden kreeg Gerjan Leppink het in zijn kop om een Oost-Europa Rally te organiseren. Hij was vrij bekend in die landen en als fervent motorrijder wilde hij zijn kennis delen met anderen. Marcel Vermeij van Rallymaniacs werd zijn compaan. In eerste instantie alleen bedoeld voor allroad rijders maar gaandeweg zijn er steeds meer lichte enduromotoren op het evenement afgekomen. Niet alleen de deelnemers (85 in getal) zijn van zeer verschillend pluimage, ook de motoren zijn dat. KTM, Yamaha, Honda, Husqvarna, Aprilia, Suzuki, GasGas en BMW zijn present. En dat dan met de meest uiteenlopende types. Van EXC tot LC8 en van CRF tot Africa Twin en dikke boxers. Oude XR’s van 1000 euro maar ook HP2’s van rond de 25.000 euro. Dat kan alleen in de OER.

Na een dag ploeteren en zowaar een droge rit door de Hongaarse wijnstreek rond Tokaj arriveert het hele gezelschap bij het eerste bivak. Nee, geen tentje opzetten (gelukkig niet want het regent weer) maar een goed hotel waar de manager iedereen hartelijk welkom heet. Waar het eten uitstekend smaakt en het bier rijkelijk door de dorstige kelen stroomt. In het stadje Tokaj is een groot wijnfeest aan de gang waar niemand van ons oog voor heeft. Jammer maar dat is nu eenmaal zo tijdens een rally. De motor moet weer klaar worden gemaakt voor de volgende dag, er moet gegeten worden en nog wat gebeld met het thuisfront. En je probeert je kleding enigszins droog te krijgen. Dat laatste is eigenlijk onbegonnen werk want er gaat geen dag voorbij of er staat wel een halve centimeter water in mijn laarzen. Schrale troost: iedereen zit met dezelfde problemen.
Het Hongaarse deel van de rally is vlak. Lange paden die door immense velden lopen. Normaal gesproken stoffig maar nu spekglad en vooral modderig. Voor menigeen is er maar één alternatief: asfalt. Zolang het vlak is vormt de modder voor de Ténéré geen probleem. Alleen voor karrensporen moet ik erg opletten. Dan speelt het gewicht (met benzine en modder kom je al gauw in de buurt van 210 kilo) een grote rol. Maar ik blijf overeind, sterker nog, ik krijg er steeds meer lol in. Helemaal als ik onderweg ben op de proef die bestaat uit lange zandpaden. Daarop is de Ténéré helemaal in z’n element. Wat een lol. Die lol slaat om als ik aan het einde van de proef de Hongaars/Roemeense grens wil passeren. Paspoort controle. Uhhhh, waar heb ik dat ding nu verstopt. Niet te vinden. Praten als Brugman tegen de Hongaarse douanier heeft geen zin. Tonen van het rijbewijs is niet voldoende. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Ik maak rechtsomkeer, rij buiten het zicht van de douane de wildernis in en sta na een uurtje zoeken (want dat viel nog tegen) zonder een meter asfalt op Roemeens grondgebied. Als ik dan het telefoonkaartje zoek om de organisatie te laten weten dat het gelukt is in Roemenië te komen zie ik mijn ID kaart zitten. Vervelend? Nee, ik heb toch al de naam dat ik graag zoveel mogelijk kilometers op een dag rij.
Na nog een laatste dag ploeteren over gladde berghellingen, nu wel met mooie uitzichten want het is droog, komt de finish in zicht. Ondanks het slechts denkbare scenario (wat het weer betreft) heeft de Ténéré een week lang geen klap verkeerd gegeven. Alleen twee keer remblokjes vervangen (achter) en een spaak in het voorwiel die los zit. De doormidden gesneden mousse in de achterband is wel aan het eind van het Latijn. Er is amper nog mee te rijden maar ik vertik het om voor het laatste stuk de Yamaha op de bezemwagen te zetten. Dat heeft hij niet verdiend. Ondanks de zwaarte van de bijna 3000 km lange rit (het lijkt onderhand wel een ‘echte’ rally) was het aantal uitvallers met pech gering. De aanwezige monteurs van RBC en Rally XL hielden met hun werkzaamheden veel motoren rijdende. En wat betreft de onderdelen, er was altijd wel iemand die iets bij zich had wat een ander miste.
INFO
De Oost-Europa Rally begon in Polen en deed daarna Slowakije, Hongarije en Roemenië aan. Roemenië is met afstand het meest off road vriendelijke land van deze vier. Dat merk je aan het enthousiasme van de bevolking als er een motor langs komt. Vergeleken met Roemenië kun je Polen, Hongarije en Slowakije al behoorlijk westers noemen. Dat merk je in het verkeer (veel snelheidscontroles) maar ook in een toename van de afsluiting van bepaalde gebieden. Er komen steeds meer privéterreinen en natuurgebieden. Ruimte om off road te rijden is er in al deze landen nog genoeg. Hongarije is het enige land waar je veel zand tegen kunt komen. Grenscontroles zijn er officieel niet meer maar vooral de Hongaren zijn nog fanatiek bij de grensovergangen en vragen naar je papieren.
GELD
In Polen betaal je met Zlotys (1 euro is ca. 4 Zlt), in Roemenië met Leu (1 euro is ca. 4 Leu) en in Hongarije met Forinten (1 euro is ca. 300 Forint). Sinds 1 januari 2009 behoort Slowakije tot de eurozone. De Slowaakse kroon is vervangen door de euro. In de andere landen kun je in gebieden waar veel toeristen komen ook wel met Euro’s betalen. Bij de grotere tankstations kun je in al deze landen met creditcard of PIN betalen.
VERKEER
De doorgaande wegen in Polen, Slowakije en Hongarije zijn goed tot zeer goed. Roemenië is een ander verhaal. Dit land kent niet eens snelwegen. De E-wegen (internationale routes) zitten vol vrachtwagens en heel veel kamikaze chauffeurs. De E-wegen zij wel de enige wegen zonder gatenkaas. Bijna overal elders bestaat de weg uit gaten met asfalt er om heen. Dat maakt dat rijden op asfalt voor off road rijders ook een uitdaging is. Buiten de hoofdwegen is er weinig verkeer al neemt het autobezit halsoverkop toe. Op heel veel plaatsen in Roemenië liggen er niet eens verharde wegen naar en door de verschillende dorpjes. Er is wel een inhaalslag aan de gang want overal rukt het asfalt op.
Voor alle vier de landen geldt wel dat je als motorrijder in het verkeer extra op je hoede moet zijn. Een automobilist die je inhaalt geeft zich niet zomaar gewonnen. Vooral in de stad geldt het recht van de brutaalste. Op het platteland, en dan vooral weer in Roemenië, regeren paard en kar nog steeds.
ETEN EN DRINKEN
Voor een restaurantje hoef je in geen van deze vier landen lang te zoeken en ook voor een snelle hap tussendoor kun je op veel plaatsen terecht. Alleen Roemenië loopt in dit opzicht, vooral buiten de stad, nog wat achter. Maar als je je ogen goed de kost geeft zijn er ook hier voldoende winkeltjes waar iets eetbaars te koop is. Je betaalt voor eten en drinken ongeveer de helft (of minder) van wat wij thuis gewend zijn. En voor de bierliefhebbers: halve liter bier voor één euro. En dat geldt dan voor de duurdere plaatsen
BENZINE
De prijs van benzine is in Polen, Roemenië, Hongarije en Slowakije ongeveer 20% lager dan bij ons. Langs de hoofdwegen zijn meer dan voldoende (moderne) tankstations. In het binnenland kun je nog wel eens een leeg tankstation tegen komen. Of na een onweersbui een tankstation zonder stroom. Laat het daarom nooit op de laatste druppel aankomen.
HOE KOM JE ER
De start van de OER was voor de derde keer in Polen. Twee keer in Krakau en de laatste keer in Zakopane. Deze plaats is het bekendste skigebied van Polen en ligt op ongeveer twee uur rijden zuidelijk van Krakau. Vlak bij de Slowaakse grens met uitzicht op het Tatragebergte. Vanuit Nederland kun je via Berlijn of via Dresden naar Krakau rijden. In kilometers maakt het weinig verschil. Van midden Nederland naar Krakau is zo’n 1200 km, nagenoeg alles snelweg. De totale reistijd naar de start bedraagt zo’n 14 uur. Waar de OER 2010 start is nu nog niet bekend.
ACCOMMODATIE
Op de doorgaande routes schieten hotels als paddenstoelen uit de grond. Nieuwe hotels zijn helemaal gebouwd naar westerse maatstaven. Voor 50 euro heb je een prima tweepersoons kamer. Wil je nog wat van het oude Oost Europa proeven, overnacht dan eens in een kleiner hotel in een of ander stadje. Soms kan dat goed uitpakken (gezellige mensen en prima eten) maar evengoed kun je het slecht treffen (muf, oud, slechte bedden etc.). Tijdens de rally waren de meeste hotels prima. Eén overnachting vond plaats op een soort veredelde camping met houten huisjes en hutjes. Dat heeft ook zijn charme, alleen niet bij slecht weer.

GEORGANISEERD OP REIS (2008)

Oost-Europa is voor iedere allroadrijder een prima bestemming. Er valt nog heel veel te zien en te ontdekken. En het kost nog steeds de helft van wat je in West-Europa gewend bent uit te geven. Wil je echt off road rijden denk dan eens aan de Oost-Europa Rally. Goed te doen voor iedere recreatieve allroad en offroad rijder. Bij droog weer voor ieder type motor een makkie. Bij slecht weer redelijk zwaar voor ‘dikke’ motoren. Die moeten dan iets meer over asfalt (of gatenkaas). Wil je weten hoe de Oost-Europa Rally 2010 er uit gaat zien, houd dan de site www.oosteuroparally.nl in de gaten.
OER gezellig 2008

Begin juni werd de tweede editie van de OER (Oost Europa Rally) gehouden met start en finish in het Poolse Krakau. Van daaruit ging het met mensen en motoren van allerhande pluimage acht dagen lang off road en allroad door Slowakije, Hongarije en Roemenie. Trok de eerste editie zo’n 25 avonturiers, bij de tweede uitgave waren dat er al 55. De OER neemt in het rallywereldje een bijzondere plaats in want het is de enige rally waaraan je met ieder soort enduro- of allroadmotor deel kunt nemen. Dan Honda AfricaTwin tot BMW HP2 en van Suzuki DR 400 tot KTM EXC. En alles wat daar tussen zit. Lekker veel motor rijden, met z’n allen plezier in het bivak (hotel) en nieuwe gebieden ontdekken. Dat zijn de belangrijkste ingrediënten voor een geslaagde OER.
Begon de OER vorig jaar nog in Krakau en eindigde deze in het zuiden van Roemenie, nu waren start en finish op dezelfde plaats. Logistiek wel zo gemakkelijk maar nadeel was dat er nu minder verder Roemenie in gereden kon worden. Uitzetter Gerjan Leppink had daarom voor een route gekozen die in Roemenie min of meer parallel liep aan de grens met Oekraïne. Een zeer ruig berggebied waar iedere noppenridder zich meteen thuis voelt.
Om jullie een idee te geven hoe zo’n OER in elkaar steekt volgt hier een beknopte opsomming van het verloop van de rally. De start is in Wierzynka met z’n beroemde zoutmijn, een stadje vlakbij Krakau. Vanaf een keurig hotel, met een goede keuken, gaat het via verharde en onverharde wegen richting Levoka in Slowakije. Aan het einde van de dag volgt een proef die vanwege een onweersbui erg lastig is geworden. Gelukkig klaart het de volgende dag weer op zodat er normaal gereden kan worden op de mooie crossbaan in Levoka. Vooral voor de mensen die nog nooit op een crosscircuit, laat staan in het buitenland, hebben gereden is deze proef een hele belevenis. Er worden grenzen verlegd, grenzen die voor iedereen verschillend zijn. Na de crossproef en aansluitend off road gedeelte reist het hele circus (volgtruck van Memo tours, twee artsen, bezemwagen en twee organisatie auto’s) door naar het wijnstadje Tokaij in Hongarije. Daar worden de deelnemers door de manager van het hotel op een bijzonder gastvrije wijze ontvangen.
De langste, en voor het gros de meest vervelende dag, is dag vier als er zo’n 500 asfaltkilometers op het roadbook staan. Noodgedwongen want een snellere manier om naar het noord-oosten van Roemenie te rijden is er simpelweg niet. Tenminste niet binnen het tijdsbestek van deze rally. Op het enige stuk onverhard komt een van de deelnemers ten val en zijn arm schiet uit de kom. De meerijdende arts was binnen enkele minuten ter plekke. In een plaatselijk ziekenhuis werd de arm weer op z’n plaats gezet waarna de onfortuinlijke deelnemer de rally als bijrijder in de truck vervolgde of behulpzaam was op een controlepost. Dat is de juiste spirit. In Teius, waar twee keer wordt overnacht, komen de deelnemers in een off road walhalla terecht. Bergen, bossen, ruige natuur en alleen maar onverharde wegen. Kort na onze aankomst komt er met geweld een politiewagen aanrijden. De agent vliegt uit zijn auto en stapt op ons af. Nee hè, hier toch niet ook al! Zijn reactie is gelukkig van geheel andere aard. De jonge agent vindt het prachtig, wil alles over ons weten en waar we naar toe gaan. Nog nooit in zijn leven heeft hij zoveel motoren bij elkaar gezien. Of we volgend jaar weer terug komen? De volgende dag komt hij terug met twee collega’s die foto’s willen maken van een deelnemer die goed op het achterwiel kan rijden. De omgekeerde wereld.
In Stane de Vale, een stad in noord-west Roemenie, werd afscheid genomen van dit gastvrije off road land. Via spectaculaire Hongaarse zandpaden door bossen en uitgestrekte landerijen ging het weer richting Slowakije. De proef aan het einde van de dag begon zonnig en droog maar vanwege een onweersbui zouden later slechts enkele deelnemers reglementair de finish halen. En als je dan zelf bij die enkele deelnemers hoort ben je trots, ook al stelt die prestatie naar rallymaatstaven weinig voor. Enkele Transalp rijders moesten hun voorspatborden verwijderen omdat het voorwiel teveel modder meesleepte en blokkeerde. Petje af voor deze gasten die zo toch konden finishen aan de voet van een skihelling.
De overnachtingplaatsen waren tot dan toe goed en zeer goed geweest maar het adres in Slowakije was er nog eentje van het type “oostblok”. Wel een mooi gelegen locatie maar door de hevige regen viel er weinig te genieten, ook niet de volgende ochtend toen het nog steeds met bakken naar beneden kwam. De dag zou beginnen met een heuvelklim maar aangezien ex enduro kampioen Gerben Vruggink niet eens boven kwam hield de rest het maar meteen voor gezien. Het alternatief was helaas een lang stuk asfalt. Niet leuk maar een rally is nu eenmaal niet altijd leuk. Denk je dat de Dakar rijders het leuk vinden om 400 km over een (rechte) asfaltweg te kachelen?
Terug naar Polen op de laatste dag leverde nog een aantal mooie stukken off road op. Zoals de beklimming van een heuvel waar op dat moment juist ook een mountainbikewedstrijd aan de gang was. En niet te vergeten de oversteek van een riviertje. Dat kon op twee manieren: via een gammel pondje of via een spoorbrug. Wel even wacht tot je achter een trein aan kon rijden want alleen zo was je er zeker van dat er geen trein tegemoet kwam!

Hoe moe uiteindelijk iedereen was bewezen de laatste kilometers. Iedereen had de keuze om het laatste stuk 40 km asfalt of 80 km off road te rijden. Op vier man (toevallig vier Peelrijders) en de meerijdende arts Tjerk na koos iedereen voor de snelweg.
Ofschoon minder belangrijk voor het evenement leverde de OER ook een winnaar op. Dat was Gerben Boon met zijn LC8. Onverstelbaar wat die gast allemaal kan met zo’n zware machine. En wat navigeren betreft maak je hem ook niets wijs. In de klasse tot 180 kg won Jeroen van Daele. Maar eigenlijk voelde iedereen die na acht dagen rally rijden weer in Krakau arriveerde zich een winnaar. De 2500 rallykilometers hadden op iedereen een onvergetelijke indruk achtergelaten.

Wil je meer weten over de OER kijk dan op www.oosteuroparally.nl of www.allroadmaniacs.nl. Plannen voor de OER 2009 zijn al in de maak. De route wordt sterk gewijzigd met meer off road verbinding maar wel op zo’n manier dat het voor de amateurs leuk blijft.
Met speciale dank aan de organisatoren Gerjan Leppink en Marcel Vermey (www.Rallymaniacs.nl)

De ANDERE rally:  Oost Europa Rally 2007

Voorbereidingen voor de start.

In de week na Pinksteren werd in Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenie de eerste Oost Europa rally verreden. De rally is een initiatief van Gerjan Leppink, iemand die het avontuur met de motor niet schuwt en die ook anderen daartoe wil overhalen. Dat is de voornaamste beweegreden om deze rally te organiseren. Zo’n 25 deelnemers waren van de partij bij deze eerste “OER”. Er was vooraf gerekend op mooi weer maar dat viel tegen. In de dalen was het warm maar eenmaal in de bergen kwam het hemelvocht regelmatig in grote hoeveelheden naar beneden. Dat voegde wel een dimensie toe aan dit evenement want wat aanvankelijk niet veel voor lijkt te stellen wordt in de modder al snel erg lastig.

Crossproef in de buurt van het Slowaakse Lovoca

De start vond plaats in Krakau (Polen). Vandaar ging het naar Lovoca (Slowakije) waar o.a. op een prachtig circuit een crossproef werd verreden. Dat ging allemaal heel relaxed zodat er energie gespaard kon worden voor de volgende dag. Van Slowakije ging het via Hongarije (over de poesta’s) richting het eerste overnachtingsadres in Roemenie. Bij elkaar zo’n 500 km. Tien tot twaalf rijuren zaten er op toen de deelnemers druipnat in het volgende bivak arriveerden. Gelukkig geen natte camping maar een luxe hotel boven in de bergen. Zo netjes dat je niet in de gaten had dat je in Roemenie was. Dat de regen de volgende dag opnieuw met bakken uit de hemel viel mocht de pret niet drukken. Het klinkt vreemd maar je raakt er aan gewend. En je hebt geen last van het stof.
De organisatie was in eerste instantie van plan om de proef af te gelasten. Niet te doen maar de deelnemers dachten daar anders over. De winnaar van deze proef had bijna twee uur nodig om een afstand van nog geen 20 km te overbruggen! Na de snelheidsproef volgde een regelmatigheidsproef rond en stuwmeer. Een dik uur knallen over modderige en druipnatte gravelpaden. En geloof het of niet, ook dat heeft zo zijn charme.

Natuurlijk regende het niet de hele dag door. Op de lager gelegen routes was het, als het zonnetje doorbrak, meteen bloedheet. Bij mooi weer neem je wel eerder de moeite om van de omgeving te genieten. En die omgeving is, zo is de route ook uitgezet, overweldigend. En bij de bevolking, vooral in Roemenie, kun je als motorrijder weinig kwaad doen. De douaniers bij de grens begroeten je vriendelijk en maken het bekende gebaar met de rechter pols van “gas geven”.
Een bergpas die je niet over kunt omdat de sneeuw (in juni) nog niet gesmolten is, zorgt voor een nieuwe uitdaging. Maar dat soort uitdagingen waren we al een beetje gewend. Als toetje volgde net na de start van een off road bergklimproef een hoosbui voor heel veel modder en drijfnatte deelnemers. Maar dat hoort er allemaal bij, je moet het weer nemen zoals het komt, klagen veranderd niets.
Na een dikke week rallyrijden was er ook een winnaar (Erwin Dobbelaar) maar in feite was iedereen die de rally uitgereden had winnaar. Want zo’n ervaring neemt niemand je af. Eén deelnemer moest vroegtijdig afhaken met enkele gekneusde (of gebroken ) ribben. De motoren, bijna allemaal dikke allroads, bleven ondanks de ontberingen in de modder heel. Natuurlijk moest er wel op z’n tijd gesleuteld worden maar ook dat hoort bij rallyrijden.

Voor wie is zo’n (instap) rally bedoeld? Niet voor mensen die alleen maar voor het ruige werk gaan en voor wie niets extreem genoeg is. Niet voor mensen die geen ontzag voor de plaatselijke bevolking en voor de natuur hebben. Niet voor mensen die er een hekel aan hebben (soms) meer dan tien uur achter elkaar op de motor te zitten.
De rally is wel bedoeld voor mensen die houden van avontuur, die kunnen genieten van de omgeving, die andere deelnemers onderweg willen helpen, die via roadbook en GPS de weg weten te vinden en die zo eens willen proeven van hoe het er in een rally aan toe gaat. Je mag dit evenement zeker niet vergelijken met een woestijnrally. De instap is veel lager en de kosten een fractie van een woestijnrally. Maar de routes zijn wel dusdanig dat je er zelf voor kunt kiezen hoe lastig (lees zwaar) je het jezelf wil maken.
Ondanks dat het pas de eerste keer was dat Gerjan Leppink, in samenwerking met Marcel Vermeij (allroadmaniacs) deze rally organiseerde liep het allemaal vlot. De route was nauwkeurig op papier gezet en als het even niet klopte (of je dacht dat het niet klopt want dat was dan meestal het geval) boden de waypoints uitkomst. Er is niemand verdwaald, hooguit wat verkeerd gereden.
De start was in 2007 in Krakau (PL) en de finish in Brebu Nou (RO). Dat ligt nogal een stuk uit elkaar wat logistiek gezien niet voor iedereen goed werkte. Het leverde wel een fraaie route op. Voor de tweede editie wordt gedacht aan een route waarbij start en finish dichter bij elkaar liggen. Er worden al plannen gesmeed voor een nog spectaculairdere route door een nog ongerepter en ruwer landschap. Welke landen de organisatie daarbij voor ogen heeft houden we nog even voor ons.

Kijk voor meer (zakelijke) informatie op www.oosteuroparally.nl. De foto’s op deze pagina’s spreken voor zich. Gerjan en Marcel bedankt, het was een geweldig avontuur. Ik kijk nu al uit naar volgend jaar.

De eerste OER in 2007 werd in alle opzichten een groot avontuur met gelijkgestemden.

 

Sportief afzien
(uit Noppennieuws december 2007)
Wanneer in motorkringen het woord rally valt dan denken we meestal aan een Noord Afrikaans land. Deelname is veelal enkel weggelegd voor mensen die bovengemiddeld goed kunnen motorrijden en die of zelf veel geld hebben of goed zijn in het zoeken van sponsors. Natuurlijk zijn er alternatieven maar ook die alternatieven zijn vaak te hoog gegrepen voor de gemiddelde Nederlandse off road en all road motorijd(st)ers. De Oost Europa Rally, een initiatief van Gerjan Leppink en Marcel Vermeij vormt daarop een uitzondering.

Af en toe sleutelen daar ontkom je niet aan.

Gerjan Leppink uit het Groningse Sellingen mag je gerust een allround avonturier noemen. Op twee en op vier wielen doorkruiste hij niet alleen bijna heel Europa maar ook andere delen van de wereld. Met een voorkeur voor alles wat off road heet. Het was hem opgevallen dat de groep motorrijders die gebruikt maakt van off road en all road motoren steeds groter wordt. Maar ook dat er met all road motoren maar weinig off road wordt gereden terwijl dat best kan. Hoe vaak kom je een BMW GS, een Honda Africa Twin of een KTM LC8 tegen op onverhard terrein? Zelden. Zo ontstond bij Gerjan het idee om een rally te organiseren voor dit soort motoren maar ook voor eencilinders zoals KTM LC4 Adventure, Suzuki DRZ, Yamaha TT600 e.d.. De deelnemers moeten niet bang zijn dat hun tweewieler vuil wordt. En ook een krasje meer of minder mag de deelnemers niet afschrikken. Het is immers een echte rally door ruig terrein waaraan deelgenomen wordt.
Toch is de Oost Europa Rally in alle opzichten een laagdrempelige rally geworden. Dat blijkt uit de kosten, de aard van de route, de mooie hotels (bivaks) en de kameraadschappelijke omgang tussen de deelnemers onderling. Het wedstrijdelement is van ondergeschikt belang al is dat element wel degelijk aanwezig. Een crossproef, snelheidsproeven, navigatieproeven, regelmatigheidsproeven. Het is er allemaal maar niets moet. Er is altijd een alternatieve route voor diegenen die het op dat moment net even iets te gortig vinden. Het streven is om alle deelnemers elke avond in het bivak te krijgen. Dat lukte bij de eerste uitgave van deze rally (juni 2007) bijna. Slecht één persoon moest met een pijnlijke ribbenkast vroegtijdig afhaken.
Dat Leppink voor zijn “amateur rally” voor Oost Europa koos lag voor de hand. Hij kent daar goed de weg en het is binnen Europa de enige plek waar zoiets nog kan. En dan met name in Roemenië waar de meeste kilometers worden gereden. Het kost de organisator meerdere weken om de routes te vinden, te controleren (narijden) en op papier te zetten. De deelnemers krijgen de routes in roadbookvorm aangeleverd. GPS waypoints dienen als ondersteuning. De routes variëren van zo’n 200 km tot 500 km per dag. Daarbij moet aangemerkt worden dat de kortere routes meestal meer energie van de deelnemers vergen dan de langere.
Niemand van de deelnemers, ook Noppennieuws niet, wist precies wat er verwacht moest worden van deze nieuwe rally. Alles was immers nieuw. Daags voor Pinksteren was het verzameldag in het Poolse Krakau. Op een rustige camping bij een hotel leerden de kersverse rallyrijders hun reisgenoten kennen. Een zeer divers groepje wat betreft personages en motoren. Maar wel allemaal met een opgeruimd no-nonsens karakter. Het gros van de deelnemers had de rally ontdekt via het allroadmaniacs forum. De meeste van die gasten draaien hun hand niet om voor wat extra kilometers. Een aantal van hen reed zelfs met duopassagier naar Krakau om vervolgens (alleen) de hele rally te rijden en vanuit Roemenië weer met z’n tweeën terug te kachelen naar Nederland. Een mooier voorbeeld om aan te geven wat je met een moderne allroad motor allemaal kunt bestaat er niet. Omdat er ook enkele volgauto’s meerijden is het mogelijk dat duopassagiers van bivak naar bivak verkassen. Ook voor hen valt er onderweg genoeg te beleven.
Na een officiële briefing, waarin er nog eens op gewezen wordt dat het vooral gaat om het plezier van het motorrijden, gaat de rally van start. De aanloop door Polen is rustig en dat is maar goed ook want niet voor iedereen is rijden met een roadbook dagelijkse kost. Maar gaandeweg krijgen we meer vertrouwen in het puzzelwerk wat Leppink op papier heeft gezet. Het klopt allemaal, je moet alleen goed lezen. En dat is wel eens lastig als je haast hebt. Een proef door een fraai berggebied voert ons naar Slowakije. Daar wacht de volgende dag een crossproef op een spectaculair circuit. Niet voor iedereen valt het mee om rond te komen. Gelukkig is het nog droog anders was het waarschijnlijk helemaal geen doen geweest. Na de crossproef volgt een lastige navigatieproef door de bergen. Het zonnetje heeft ondertussen plaats gemaakt voor wat druilerige regen. Dat vergt nog meer concentratie.

Nee, het was lang niet alijtd gemakkelijk.

Vanuit Slowakije volgt de dag erna een lange etappe (bijna 500 km) door het vlakke land van Hongarije en passeren we de Hongaars/Roemeense grens. In Roemenië voelen we ons direct thuis. De Roemeense douane doet helemaal niet moeilijk. Ze manen ons zelfs om op het achterwiel weg te rijden. De temperatuur in het dal is inmiddels in de buurt van de 25 graden komen te liggen maar de donkere lucht boven de bergen zo’n 100 km verderop voorspelt niet veel goeds. In die bergen is ons volgende bivak gepland. Doorweekt en klappertandend van de kou arriveren we in de regen (het is nog net geen sneeuw) bij ons overnachtingadres. Het feit dat we in een luxe hotel terecht komen waar het lekker warm is doet alle ellende snel vergeten. Bij het eten heeft iedereen op de lange route wel iets bijzonders meegemaakt. Maar doorzakken aan de bar is er voor niemand bij. Iedereen is moe en de volgende ochtend wacht een nieuwe uitdaging met heel veel off road.
De volgende ochtend regende het nog even hard als de avond ervoor. Gelukkig biedt de Roemeense ondergrond bij regen ook nog aardig grip maar echt gemakkelijk werd het er niet op. Een proef van amper 20 km over een bergkam stond op het programma. Vanwege de modder, en mist op de top, wilde de organisatie de proef afgelasten. Maar een paar diehards wilde toch persé de proef rijden. En die hebben het geweten. De snelste deelnemer (met een Yamaha WR400) deed ruim twee uur over deze proef. Toch wist ook iemand met een KTM LC8 deze proef tot een goed einde te brengen.
De rest van de dag stond in het teken van veel modder en regen. In Roemenië is, vooral in het buitengebied, weinig verschil tussen een verharde en onverharde weg. Overal gaten en als die vol lopen met water is het opletten geblazen. Je ziet niet hoe diep die gaten zijn. De verwarming bij het volgende overnachtingadres wordt flink opgeschroefd. Enerzijds om zelf weer op temperatuur te komen en anderzijds om de kleding weer wat droog te krijgen. De fraaie houten vakantiehuisjes waarin we verblijven hebben dan ook veel weg van een sauna. Na een stevig avondmaal ziet iedereen het voor de volgende dag weer helemaal zitten.
Zelfs op een doorgaande weg is het in Roemenië met een off road motor niet mogelijk een hoger gemiddelde dan 40 km/u te halen. Prima omstandigheden dus. Tenminste als je een allroad liefhebber bent. Er wacht ons een klim over een bergpas waarvan niemand weet of het überhaupt mogelijk is er overheen te geraken. Borden geven aan dat er een andere route gevolgd moet worden. Daar trekken wij ons uiteraard niets van aan. Na het nodige geploeter komen we al snel boven de boomgrens en doemde de eerste sneeuw op. Mist (of waren het wolken) beperkte soms het indrukwekkende uitzicht. Dat was genieten totdat een dik pak sneeuw en ijs onze weg versperde. Dus toch maar terug gereden en de alternatieve route opgezocht. Ook mooi. En het toetje bevond zich aan het einde van de dag. Het (ski)hotel waarin we te gast waren was niet bereikbaar voor de volgauto’s. De 8 km lange onverharde modderroute was door werkzaamheden onbegaanbaar geworden. Maar wat was dat mooi. Ik ben geloof ik wel vier keer op en neer gereden om beneden spullen op te halen.
Inmiddels zaten we in hartje Roemenië aan de rand van de Karpaten, de bergketen die Roemenië doorkruist. Hier begon het Enduromania gebied, een gebied ongeveer zo groot als de helft van Nederland waar heel veel off road gereden wordt. De bevolking is daar bekend met deze sport en pikt er via overnachtingadressen en restaurantjes een graantje van mee. Ons volgende doel is het plaatjes Brebu Nou waar het hoofdkwartier is van Enduromania (www.enduromania.net). Een geweldig mooi pension helemaal toegespitst op de off road rijder. Het werd voor sommigen, waaronder ondergetekende, nog een hele toer om er te komen. Eigenwijs als ik ben had ik niet voor de simpele route gekozen maar voor de moeilijke. Het was al aardig donker voordat we in het kamp arriveerden. “We” want de problemen van mijn kompaan waren het grootst en die laat je dan niet achter. Hij moest zonder achterband om de velg met zijn dikke BMW GS100 naar de finish. Daar werden we als helden ontvangen en dat geeft toch ook wel weer een kik. Misschien is dat wel het ware rallygevoel.
Vanuit het Enduromania pension in Brebu Nou volgde op de laatste dag nog een schitterende route door de hoge bergen rond Carancebes. En eindelijk had de regen plaats gemaakt voor een lekker warm zonnetje. Erwin Dobbelaar, op een KTM LC8, werd winnaar van deze eerste Oost Europa Rally. Maar in feite was iedere deelnemer een winnaar. Niet zozeer vanwege de geleverde prestatie (daarvoor moet je in de Dakar rally zijn) maar wel om het feit dat ze deelgenomen hebben aan een onvergetelijk motoravontuur.
Denk jij na bovenstaande gelezen te hebben dat de Oost Europa Rally ook iets kan zijn voor jou, kijk dan op www.oosteuroparally.com. De rally start in 2008 op 31 mei en duurt tot 7 juni. Er zijn dan niet zeven (zoals in 2007) maar acht rallydagen. De rally gaat weer door vier landen (Polen, Slowakije, Hongarije en Roemenie) en in ieder land is minimaal één overnachting gepland. Om het logistiek gezien voor deelnemers gemakkelijker te maken zijn start en finish in Krakau (Wieliczka, de stad met de historische zoutmijn om precies te zijn). Deze Poolse stad is in één dag via de autosnelweg (1200 km) te bereiken. De route van 2008 is voor 75% anders dan in 2007. Het gaat nu meer richting Oekraïne en Moldavië. Vanwege de langdurige grensformaliteiten worden deze landen echter (nog) niet aangedaan.
Deze foto’s maken duidelijk dat het geen gezapig toerritje was. En de meeste deelnemers reden met deze motoren na afloop gewoon naar huis (2300 km!!)

 

 

In Roemenie is het verschil tussen verharde weg en onverharde weg vaak niet zichtbaar. Of toch. In een asfaltweg zijn de gaten vaak dieper en met scherpere randen. Kortom, rijden op Roemeense wegen is voor allroad en offroad fans één groot feest. En geen gezeur van dit mag niet en dat mag niet. Gewoon rijden al moet je natuurlijk wel voorzichtig door de dorpjes rijden. Paarden, koeien, geiten, schapen en ganzen zorgen eerder voor filevorming dan auto’s.
Bij vertrek de volgende ochtend heeft het mooie weer plaats gemaakt voor donkere wolken waaruit regelmatig het nodig vocht valt. Het stof heeft plaats gemaakt voor modder wat voor heel andere problemen zorgt. En blijven hopen dat het na de volgende berg wel droog gaat worden (na heel veel bergen was dat ook zo). Een lastige navigatieproef, waar menig Dakarist z’n handen vol aan zou hebben, vormde het slotakkoord van de dag.
De rustdag (geen proef maar wel een heel mooie route) voert de deelnemers terug in de tijd. Door stoffige dorpjes hoog in de bergen waar de tijd stil lijkt te staan. Maar overal zwaaiende mensen, zowel kinderen als volwassenen. Hier ben je als off road rijder nog meer dan welkom. De beklimming van een skihelling vormt het toetje van de dag. Voor een paar gelukkigen volgt daarna nog een andere beklimming waarna de route via een hoogvlakte afzakt naar het hotel. Niet via wegen maar gewoon de pijl van je GPS achterna. Dat is in de bergen lastiger dan in de woestijn. Maar wel spannend.

 

Boven op een bergtop wacht ons volgende hotel wat zelfs naar westeuropese maatstaven prima kamers biedt voor de vermoeide rallyrijders.
In Hongarije geen bergweggetjes maar lange zandpaden. Dat is de meeste deelnemers op het lijf geschreven. Door het stof moet er wel flink afstand worden gehouden. Niet zo’n probleem want er wordt toch in kleine groepjes of individueel gereden. Na de grensovergang met Roemenie komt even de drukte. Dat het iets beter gaat met de Roemenië is in de stad Oradea goed te merken. De auto’s (opvallend veel nieuwe) rijden er bumper aan bumper. Een off road motor komt dan goed van pas als je voor jezelf een alternatieve route wil maken. Roemenie kent geen autosnelwegen. Wel E-wegen die hartstikke vol zitten met vrachtauto’s. Mensen die off road rijden gevaarlijk vinden moeten eens 100 km over zo’n weg rijden. Dan weet je pas echt wat gevaarlijk is. De lange dag wordt afgesloten met een snelle proef rond een stuwmeer en een gedeelte door de bergen. Bijna alles onverhard en in tegenstelling tot vorig jaar, toen het er zeiknat was, goed te doen. Tenminste als je geen navigatiefouten maakt.

 

 

De samenstelling van de deelnemers was zoals gezegd erg divers. Van absoluut beginner tot ex-Dakar deelnemer of ex-enduro kampioen. Net zo divers was het aanbod aan motoren wat je in het bivak tegen kwam. BMW HP2, BMW 650GS, KTM LC8 en LC4 Adventure, KTM EXC en Suzuki DR’s vormden de hoofdmoot. Maar ook een Yamaha XT500 uit 1978 en enkele Honda Transalps uit de jaren ’80. De deelnemers die hun motoren hadden voorzien van goede noppenbanden hadden het op de route aanmerkelijk gemakkelijker dan degenen die dachten dat het met allroad banden ook wel goed zou komen. Zeker als er weer eens een buitje regen viel. Als extra moesten de motoren voorzien zijn van een roadbook (liefst elektrisch wat veiliger is omdat je dan beide handen aan het stuur kunt houden) en een GPS. Dat laatste was niet noodzakelijk maar met name op de proeven bleek het bijna onmogelijk om zonder dit geweldige apparaatje de finish te vinden. Uitzetter Leppink noemt de OER, wat zijn geesteskindje is, een rally waarin je kunt leren navigeren. Zijn roadbook klopt helemaal, zijn waypoints zijn correct maar het is aan de deelnemers om het allemaal goed te lezen en op te volgen. En o, wat kan dat lastig zijn. Zoals die keer dat we een verkeerde afdaling namen. Niet 10 meter naar beneden maar wel 200 meter. En dan niet meer terug kunnen. Dan krijg je het avontuur waarom je hebt gevraagd. Alleen zak je dan zo’n eind in het klassement. . .Samen uit, samen thuis en pas opgeven als het echt niet meer kan. De OER is een bijzonder evenement. Vergelijk het evenement niet met rally’s zoals er al zoveel zijn. De meeste rally’s zijn bedoeld voor profs of in ieder geval voor mensen die qua motorrijden het nodige in hun mars hebben. De OER is er voor iedereen die motorrijden en avontuur zonder grote risico’s leuk vindt.
Het eerste hotel in Roemenië ligt aan een groot meer. Omdat er een bruiloft aan de gang is heeft men voor ons een speciale ruimte ingericht als eetzaal. De eerste kennismaking met Roemenië is voor iedereen positief. Alleen jammer dat het zonnetje niet schijnt als we de volgende morgen na een droomontbijt weer op pad gaan. Omdat de route de bergen in gaat belooft het weer niet veel goeds. Het wordt kouder en natter. Volgens de uitzetter gaan we door een van de mooiste gebieden van Roemenië. Ik geloof hem graag maar door de mist, of zijn het wolken, zien we amper waar de weg loopt. Laat staan wat er links en rechts van je te zien is. In de buurt van een groot stuwmeer klaart het een beetje op waarna het off road, of is het toch asfalt (dat verschil is in Roemenië vaak niet te zien) verder gaat. Komt het water niet van boven dan komt het wel van beneden door de ontelbare waterplassen die je wel probeert te ontwijken maar zo talrijk zijn dat het simpelweg niet lukt. Doorweekt arriveren we bij een restaurantje annex soort camping in de middle of nowhere. Hier wacht ons de beruchte bergpassage. Twee jaar geleden konden we halverwege niet verder vanwege de sneeuw. Het gebied is zeer onbergzaam maar toch zijn ze er met Europees geld een weg aan het bouwen. Waarom? Waarschijnlijk om toeristencentra te ontwikkelen. Nu woont er helemaal niemand. Naar mijn mening ligt de prioriteit om wegen te bouwen of te verbeteren toch echt wel elders. Maar goed, wie ben ik om dat te bepalen. Dat doet Europa. Terwijl ik de berg op probeer te rijden zijn de Europese verkiezingen in volle gang. Ik heb daar geen oog voor. Ik denk maar aan één ding: hoe kom ik die berg over met mijn Ténéré. Dit keer niet via roadbook of Tripy maar uit veiligheidoverwegingen met een track op de GPS. Dat iemand van de organisatie het nodig vond om de route te veranderen (ik dacht dat het een geintje was) zorgde voor de nodige consternatie. Na twee uur stoeien met de Ténéré bereik ik samen met een zestal makkers de bijna 60 km verderop gelegen finish. Tenminste dat dachten we. Maar er was geen finish. Kwaad? Ja, in het begin wel maar achteraf beseften wij dat we als enigen een prachtige bergpassage hadden overwonnen. Boven op de pas was het aardedonker ofschoon pas vier uur in de middag. Een passerende Roemeen op een Honda Dominator vraagt waar wij vandaan koen. Over de berg is het antwoord. Dat kon volgens hem helemaal niet in deze tijd van het jaar. In zijn ogen hebben we iets onmogelijks gedaan. Maar we moeten nog wel terug. Via de berg is geen optie want het wordt al donker. Het enige alternatief is via een 120 km lange bochtige asfaltroute terug naar het kamp. En geloof het of niet, ook dat is weer een avontuur op zich. Zoals bijna iedere kilometer in de OER dat is.

Met het stijgen van de welvaart wordt ook het contrast tussen arm en rijk in een land als Roemenië steeds groter. In de stad zie je dikke auto’s en volle winkels waar alles te koop is. In de kleine dorpjes heeft de tijd stil gestaan. Daar ziet het er nog uit zoals bij ons pakweg 50 jaar geleden. Vijf jaar terug zag je daar niet eens een auto. Enkel paard en wagen of ossekarren. Nu staan er her en der auto’s maar aan de straten in de dorpjes is nog weinig veranderd. Die waren en zijn bar en boos. Een aparte groep mensen in Roemenië vormen de zigeuners. Overal langs de weg staan Roemeense kinderen te zwaaien naar motorrijders. Maar kom je in de buurt van een zigeunerdorp dan moet je oppassen. De jeugd daar heeft er een sport van gemaakt motorrijders met stenen en hout te bekogelen. Dat is eerlijk gezegd ook het enige vermaak wat ze hebben. Deze mensen worden in Roemenië behandeld als uitschot. Ze leven in huisjes die, als je er in Nederland varkens in zou zetten, geheid Kamervragen van de Partij voor de Dieren opleveren. Van de andere kant, de rotzooi er om heen maken ze zelf. Wat een bende. Wil je geen last van de zigeunerjeugd, rij dan recht op ze af en schreeuw een keer hard. Ze schrikken dan zo dat ze vergeten te gooien. Bij mij werkte het. De zigeuners in Roemenië hoeven niet op enige bijval van de Roemenen te rekenen. De zigeuners zijn stateloos en Roemenië is ze liever kwijt dan rijk. Een oplossing voor dit probleem ligt niet voor de hand en aangezien Roemenië deel uitmaakt van de Europese unie wordt het vroeg of laat ook ons probleem.
Meestal aan het einde van iedere dag heeft de OER een navigatieproef voor de deelnemers in petto. Een proef van zo’n 30 km lengte die, als je heel goed bent, binnen een uur te doen is. Dat zegt genoeg over de moeilijkheidsgraad. Alleen als je goed met roadbook, GPS (graden rijden) en tripmaster overweg kunt breng je de proef tot een goed einde. Dat is elke keer weer een belevenis. Tussen de koeien, schapen, geiten en wilde paarden op zoek naar de juiste route. Waar in Europa kan dat nog? De natuur, als je daar tenminste oog voor hebt, is geweldig. Net als de mensen die gastvrij en vriendelijk zijn. Een boer komt zomaar een verse honingraat brengen. Wel plakkerig als je je crosshandschoenen nog aan moet trekken maar ‘o zo aardig bedoeld. Roemenen bedelen niet. Doen ze dat wel dan heb je met een zigeuner te maken. Dat zegt al veel over het cultuurverschil.

Eén (superdeluxe) hotel bevindt zich midden in een grote stad. De vrachtwagen die de spullen van de deelnemers vervoert moet speciaal ontheffing van de burgemeester krijgen om de stad binnen te rijden. De chauffeur zweet peentjes om de oplegger op zijn plaats te zetten. Maar zoals elke dag komt alles in de OER op z’n pootjes terecht. Bewijs van een goede organisatie die gesteund wordt door veel meereizende vrijwilligers. Alleen het weer zit weer eens tegen. Het nodigt niet uit om op verkenning te gaan in de stad. Motoronderhoud en kleding drogen staan op het programma.
Van de 85 deelnemers bestuurt het gros een lichte eencilinder. Van hen hoor je niemand klagen over de omstandigheden. De modder maakt het voor hen juist leuk. Voor de zware jongens, zeker degenen die minder bedeeld zijn met stuurmanskunst, is het een ander verhaal. Hen blijft geen andere keus dan af en toe een extra stuk over asfalt rijden. Maar ook dan valt er onderweg nog genoeg te beleven. Dat geldt uiteraard ook op of langs de route. Een deelnemer kwam wel heel erg opgewonden uit een proef. Hij had oog in oog (wel op enige afstand) gestaan met een bruine beer en drie jongen. Dat is wel wat anders dan overstekende vossen of rakelings langs je helm vliegende grote roofvogels.
Het laatste deel van de OER voert de deelnemers via de Oekraïense grens weer terug naarSlowakije. Na een overnachting in een verzameling van grote blokhutten (Roemeenser kan haast niet) wacht ons vandaag een oversteek over een rivier met een Roemeens pondje. Dat blijkt een ervaring op zich. Het pondje, wat bevestigt is aan een kabel die boven de rivier is gespannen, wordt voortgedreven door de stroming van het water. Simpel maar doeltreffend. Voor de uitbaters van het pondje brengt de OER geld in het laatje. 85 motoren á 2 Leu (50 cent) zorgen voor een recordomzet. Hieronder het verhaal van de Oost Europa Rally 2007.